door DiePimpmaster op 01 jun 2006, 06:53
Vaak heb ik ineens een flauw grapje, en die gooi ik er dan gewoon doorheen. Beetje adrem zijn en af en toe een grappige anekdote aanhalen of even iets zeggen dat kinderen niet verwachten werkt altijd erg goed. Woordspelingen komen vaak vanzelf. Krijg als ik inval vaak te horen dat de inderen me een grappige maar duidelijke meester vonden.
In lessen kun je vaak vooraf al grajes bedenken. Ligt een beetje aan de les. Zolang het geen fulltime comedy show wordt werkt dat zeker (Denk maar aan presentaties die je zelf bekijkt, als er af en toe een grapje vind je presentaties het prettigst (nee, de wannebe komieken zijn weer vervelend).
Gaf laatst een les over straattaal. Heb het petje van een leerling geleed, en die achterstevoren opgezet om vervolgens samen met die leerling voor de klas de hood na te spelen en te praten over smaties, chicka's en doekoe. Omdat kinderen dta niet verwcahten vinden ze het leuk.
Vaak werken opwellingen het leukst. Zoals op een knalvalse piano een geimproviseerde tandartsblues ten gehore brengen. Of eventjes uit je rol stappen door iets te doen wat eigenlijk niet mag. Bij mij moet Frans Bauer het nogal eens ontgelden.
Als een groep heel hard gewerkt heeft is er niks zo leuk als een geimproviseerd klassengesprek, met wat geintjes over de actualiteit of een gek verhaal. Als je dergelijke momenten inbouwt is een groep vaak een stuk rustiger op momenten dat jij dat wil.
Kinderen hebben zelf ook veel humor, dus die kun je ook gebruiken.
Wta hierboven staat, het hoort allemaal bij het groeien als leerkracht. Hoe langer je werkt, hoe meer je jezelf durft te zijn en hoe meer je jouw eigen humor kwijt kunt in de klas.