Zaakvakken en bewegen - wie denkt er mee?

[Eendje]

Ik zag op Leraar24 een filmpje over hoe je bewegen kunt inzetten bij de zaakvakken. In het filmpje laten ze een voorbeeld zien van het vak spelling, waar ze een activiteit doen met spellingwoordjes die tot sneeuwballen verfrommeld worden. Nou snap ik alleen niet wat de kinderen precies moeten doen.... wie weet het wel? Of wie denkt het te weten?



Misschien is het ook leuk hier een lijst aan te leggen met bewegingsvormen die je kunt toepassen bij je zaakvakken.

Ik trap af:

- Taalwoorden uit laten beelden en dan de andere kinderen laten raden welk woordje het is

- Mix en koppel met sommen en uitkomsten

Wie helpt mee?

[jufHetty]

Heel jufferig van me; de zaakvakken betreffen gebieden van geschiedenis, aardrijkskunde en biologie.
Rekenen en taal zijn just géén zaakvakken.

Als ik je vraag goed begrijp gaat het om bewegingsvormen bij de vakken rekenen en taal.
Ik werk op een Vrije School, daar is het dagelijkse praktijk om bij rekenen en taal ook in beweging te komen. Nu je deze vraag stelt, vind ik dat ik best eens wat vaker zulke spellen op mag gaan schrijven want daar kunnen anderen nog wat aan hebben.

Dit spel heb ik op mijn weblog beschreven:

Combineer de gezonde behoefte aan beweging en spel bij kinderen weer eens met een nieuw spel. Ik bedacht het laatst voor mijn klas, er waren al twee andere klassen op het plein en het kan heel goed op een klein stukje terrein.
De kinderen zijn verdeeld in tweetallen en staan tegenover elkaar op een lijn op min. 10 meter afstand.
De kinderen van de ene rij krijgen te horen om welke tafel het gaat. Zij rennen naar hun duo, zeggen het startgetal (bij de tafel van 4 is dat uiteraard "4"). De duo rent nu naar de plek waar de ander vandaan kwam, telt hardop of in zichzelf door ("8") en rent weer terug naar zijn./haar maatje en zegt "12". De eerste gaat ook weer heen ("16") en komt terug met "20". Het spel stopt bij 10x het tafelgetal.
Het lijkt heel simpel, maar nu vallen de kinderen door de snelheid en het vuur van het spel door de mand die de tafels niet heel goed paraat hebben. En dat is wel de bedoeling van de tafels kennen.
Ik hoorde dan ook kinderen elkaar verbeteren, twijfelen, elkaar helpen. Iedereen wilde het wel vlekkeloos doen. En dat terwijl ik er niet eens een wedstrijd van had gemaakt met foutloos en snel. Dat komt ook nog, maar nu ik er over nadenk kan ik natuurlijk echt niet al die verschillende tafels controleren die er tegelijkertijd gelopen worden dus zal ik een paar "scheidsen" aanwijzen die (heel leerzaam) controleren of de snelle winnaar ook foutloos was. Want fout=af.
Oefen eerst even door alle kinderen dezelfde tafel op te geven, daarna zeg je tegen elk kind een andere tafel en hoort het andere deel van het tweetal bij de eerste aankomst om welke tafel het gaat. Je kunt ook variëren door van achter naar voren de tafel te laten lopen, of ergens middenin en door tot hetzelfde punt. Je kunt duo's selecteren op grond van een tafeltoets die je schriftelijk in de klas afneemt, je kunt 2 zwakken bijelkaar doen en hen boven zichzelf laten uitstijgen want nu lukt het misschien ineens wel, je kunt de dag tevoren de tafels opgeven die je de volgende dag gaat lopen met ze....enz.
Ik heb dit spel met de vijfde klas (groep 7) gedaan en als je het goed verpakt denk ik dat groep 8 het ook heerlijk vind een competitie te lopen.
Voor andere varianten voor dit spel houd ik me aanbevolen!

[Joke]

Wij doen op gym wel eens het volgende conditiespel in de BB:
Leg in de zaal in een vierkant matten met enige afstand tussen elkaar, want de weg moet rennend worden afgelegd. Bij een gemiddelde klas van 24 denk ik aan 6 matten, bij grotere groepen meer of je maakt de groepjes groter.
Op elke mat start een groepje kinderen (eerst zitten voor het spel begint).
De leerkracht noemt een som (afhankelijk van de leeftijd), de kinderen lopen het antwoord. Elke mat is er een verder. Dus 24-13= 11. Elk groepje loopt 11 matten en gaat daar langs de rand van de goede mat staan (liever niet zitten, want langzame lopers moeten de mat misschien nog passeren).
Als je vindt dat er genoeg gerend is, stop je door een som te geven waarvan de uitkomst ze naar hun beginmat brengt. Het grappige is dat je altijd controle hebt, niemand kan de kantjes eraf lopen, want ze zijn een groepje, dus eindigen weer als een groepje.

Ik kan me ook voorstellen dat het spel Meester Mmint aan rekenen of taal gekoppeld kan worden. Ik heb nog niet nagedacht hoe, maar het moet mogelijk zijn door bv. spellingswoorden/tafelantwoorden aan een gymopdracht te koppelen. Daar kan nog over nagedacht worden.

Ook de andere ideeën van deze site. Zo niet? Dan heb je toch een paar leuke gymlessen.
http://www.jimigym.be/downloads/speelzaal/