Als ik een kind moet blijven waarschuwen en ik hem de klas uitstuur (wat wel eens gebeurd, jammergenoeg) dan laat ik hem meestal zijn werk afmaken. Vaak zeg het dan op de manier van. Je laat niet zien dat je je werk kan maken in de klas, nu moet je het maar eens buiten de klas proberen. Of in de trant van, nu stoor je teveel andere kinderen, misschien dat het buiten de klas beter gaat. ik moet wel zeggen dit probeer ik, het lukt me niet altijd. Soms ben ik het ook gewoon zat en zeg ik, pak je spullen en buiten de klas is ook een plekje voor je.
Ik evalueer het meestal wel met de kinderen. Meestal met de vraag, kun je me vertellen waarom je buiten de klas moest werken? Hoe kan dat komen, of iets in die geest. Zo leg ik het meer bij de kinderen en ervaart het kind het minder als 'boos'.