Kijk eens op
www.leermiddelenvo.nl/files/eindtermen_formuleren.docIk hoop dat je hier wat aan hebt:
ï‚§ Een hoofddoel heeft betrekking op de hele lessenserie (wordt aan het einde gerealiseerd)
ï‚§ Een subdoel heeft betrekking op een les, en wordt in de loop van een les gerealiseerd.
Alle doelen moeten bestaan uit zowel een gedragscomponent als een inhoudscomponent.
Eindtermen bestaan uit:
a. een gedragscomponent --> handelingswerkwoord (waarneembaar en beoordeelbaar leerlinggedrag)
De gedragscomponent geeft duidelijk aan wat de leerling met de inhoud moet kunnen doen en bevat in ieder geval een werkwoord dat waarneembaar gedrag uitdrukt.
Het is belangrijk dat je leerdoelen formuleert die te ‘controleren’ zijn bij je leerlingen. Vermijd dus werkwoorden als ‘leren’, ‘weten’, ‘hebben kennis van’, ‘kennen’ of ‘begrijpen’.
Gebruik werkwoorden als: ‘benoemen’, ‘ontwerpen’, ‘vertellen’, ‘toelichten’, ‘opsommen’, ‘visualiseren’, ‘bediscussiëren’, ‘verdedigen’, ‘illustreren’, ‘voorspellen’ of ‘demonstreren’.
Handelingswerkwoorden die specifiek zijn voor één vak, zoals herschrijven (Nederlands), aanwijzen (Aardrijkskunde) of vermenigvuldigen (Wiskunde) zijn niet opgenomen.
b. een inhoudscomponent -->ten aanzien van welke stof de leerling de handeling moet kunnen uitvoeren
Een heldere afbakening zorgt ervoor dat er voor degene die verder gaat met het ontwikkelen van de lesstof, de toetsen e.d. geen misverstanden kunnen ontstaan m.b.t. de lesinhoud.