Hallo,
Voor het onderzoek dat ik voor mijn afstuderen moet doen moet ik in kaart brengen wat een groep 5 leerling moet kunnen.
In de kerndoelen voor groep 5 staat onder andere dat ze kennis moeten hebben van de analogieregel.
Ik heb geprobeerd hierover informatie te vergaren, echter kom ik niet verder dan het volgende: Hij zoekt, hij vindt.
Hetgeen dat ik hier uit haal is dat ze kennis moeten hebben van het feit dat de hij-vorm van het werkwoord met een -t geschreven wordt.
Echter wordt elders aangegeven dat werkwoordspelling pas vanaf groep 6 plaatsvindt.
Is er iemand die een omschrijving zou kunnen geven van de analogieregel?
Met vriendelijke groet,
Sanne van Tongelen