Hallo allemaal,
Ik geef sinds kort bijles aan een jongetje voor spelling. Hij zit in groep 6 en hij volgt spelling van groep 5. Hij heeft waarschijnlijk dyslexie, de uitslag van te test in nog niet binnen.
Hij valt voornamelijk uit op de volgende categorieën :
- -d, -t,
- ch(t)
- eeuw, ieuw, uw
- s/z
- f/v
- klinkerdief/verdubbellaar
Ik loop alleen een beetje vast met het begeleiden van hem. Op vraag van de leerkracht ben ik eerst aan de slag gegaan met de klinkerdief en de verdubbellaar. Ik heb verschillende werkbladen gekopieerd uit de methode Spelling in de lift. Deze werkbladen maak ik iedere keer met hem. Om de keer houd ik een kort dictee met hem om te kijken hoe het gaat. Ik ben erachter gekomen dat hij de ezelbruggetjes heel goed weet. Zodra hij een woord opschrijft, schrijft hij deze vaak fout. Als ik aan hem vraag om het woord te controleren met het ezelbruggetje, is het altijd een 'oh ja' moment. Ik wil graag dat het meteen bij de eerste keer een 'oh ja' is.
Heeft iemand tips hoe ik dit aan kan pakken? Of heeft iemand misschien leuke ideetjes voor verschillende werkvormen in het oefenen van deze categorieën? Ik merk dat de werkbladen de motivatie weg begint te nemen.
Ik hoop snel iets van iemand te horen.
Alvast bedankt.
Gr. Kim