Misschien dat je kunt beginnen met een bewegingsverhaal:
Bron: Het vier- seizoenenboek
BewegingsverhaalHet is winter.
Brr... wat is het koud!
We zetten een muts op, we trekken onze laarzen aan, we doen dikke wanten aan en een warme sjaal om.
Om warm te blijven gaan we rennen (huppelen, springen...)
Heb je toch nog koude handen? Wrijf maar stevig over elkaar of sla ze voor je langs op je rug.
Of koude tenen? Spring met kleine sprongen en hoge sprongen.
Sneeuw
De lucht is grijs. Het sneeuwt... (uitbeelden met handen en vingers)
"Kleine wollen vlokken, dwarrelen in het rond, witte wollen vlokken vallen op de grond."
Kun je het hoogste vlokje pakken?
Pak nu een sneeuwvlok die ver opzij van je valt.
En één die achter je valt.
Van de sneeuw kunnen we een grote sneeuwpop maken?
Maak eerst een sneeuwbal met de handen.
Rol de sneeuwbal over de grond: de sneeuwbal is klein, maar wordt groter en groter...
Vogels
De zon schijnt en het vriest niet meer.
Overal liggen plassen van gesmolten sneeuw. (Leg verspreid over de speelzaal een aantal hoepels.)
De vogels vliegen tussen de plassen door.
Er zijn heel kleine vogels met kleine vleugeltjes en grote vogels met brede grote vleugels.
Ze vliegen hoog, ze vliegen laag.
Ze roepen twiet, twiet, twiet...
De vogels krijgen dorst. Ze drinken van het water in de plassen. Hun vleugels houden ze langs hun lijf naar achteren. Hoe houdt een vogel zijn kopje bij het doorslikken van het water?
Na het drinken vliegen de vogels naar een tak in de boom (de bank).
Ze zitten naast elkaar en rusten uit.
Pas op voor de poes!Vooraf
Leg op de grond aan de ene kant van de speelzaal één of meer "pindasnoeren".
Een pindasnoer bestaat uit een touw waar een aantal houten blokken op liggen.
Teken over de breedte in het midden van de speelzaal een vak bestemd voor de poes.
Teken aan de andere kant van de speelzaal lijn van krijt Achter deze lijn "groeien" bomen.
Daar zijn de vogels veilig.
Geef de poes een staart van touw.
Activiteiten
Een kind mag de poes zijn. De poes loopt in het midden van de zaal tussen de krijtlijnen.
De andere kinderen zijn vogels. Ze hebben honger. Hun maag knort! Wat hebben ze trek in de pinda's aan de overkant. Maar ja, die poes! Wie kan, zonder getikt te worden, naar de overkant vliegen om een pinda te pakken en wie kan dan weer veilig met een pinda terugvliegen naar de bomen?
Warme winterklerenTeken aan de ene kant van de speelzaal met krijt twee cirkels naast elkaar.
Leg in beide cirkels een gelijk aantal kledingstukken, bijvoorbeeld een muts en twee wanten. (Deze zijn gemakkelijk aan te trekken.)
Teken tegenover de cirkels aan de overzijde van de speelzaal nog een twee cirkels.
(In deze cirkels moet ruimte zijn voor twee of desgewenst meer kinderen.)
In beide (lege) cirkels staan twee kinderen (dus vier in totaal).
Op een teken rennen twee kinderen aar de cirkels aan de overkant.
Daar moet ieder binnen z'n cirkel de kledingstukken aantrekken. Gekleed rennen ze terug en geven hun kledingstukken aan de wachtende kinderen.
De trekken ze aan en rennen gauw terug naar de cirkels aan de overkant om ze daar weer binnen de cirkel uit trekken en neer te leggen. Wie is het snelst klaar?
De estafette kan eventueel met meer kinderen uitgebreid worden.
Zooooooo, ik heb pijn in mijn vingers!!!
