Vorig jaar in de voorjaarsvakantie kwam ik een leerling uit mijn stageklas ( groep 8 ) tegen toen ik met mijn vriend aan het winkelen was. Heel verlegen glimlachte ze en zei ze âhoiâ, terwijl ze normaal gesproken alles behalve verlegen is. Van mijn mentor hoorde ik dat ze de eerste dag na de vakantie enthousiast door de klas geroepen had dat ze âde juf en haar vriendâ had gezien.
Leerkracht zijn is meer dan zo maar een beroep. Niet alleen voor de leerkracht zelf, maar zeker voor de kinderen die bij die leerkracht in de klas zitten of hebben gezeten. Ik kan me zelf ook nog wel herinneren dat ik het heel vreemd vond om een juf of meester op een andere plek dan school tegen te komen. Ik werd er tegelijkertijd verlegen en nieuwsgierig van. âWat doet de juf hier nou?â of âMet wie zou ze zijn?â zijn gedachten die door mijn hoofd schoten, maar waar ik vervolgens uit verlegenheid niks mee deed. Het was moeilijk voor te stellen dat je juf ook boodschappen moest doen en tegelijkertijd reuze interessant wat ze allemaal in haar winkelkarretje legde.
Ook ben ik tot de ontdekking gekomen dat âeens een juf, altijd een jufâ best een nieuw gezegde zou kunnen worden. Toen ik onlangs ging kijken naar een sportwedstrijd van meiden uit mijn klas tegen mijn eigen club, was dat leuk en voor de meiden bijzonder. Opeens kwam er een meisje op me afgerend dat ik toen ik eerstejaars Pabostudent was, in mijn stageklas had gehad. âJuf, juf! Ik moet binnenkort mijn boekbespreking doen, weet jij nog een leuk boek?â Ze regelde in no-time pen en papier, kwam in haar sportoutfit naast me op de tribune zitten en wachtte geduldig tot ik een aantal titels en schrijvers van leuke boeken voor haar opgeschreven had.
Vorige week ging ik op verzoek van de stoere jongens uit mijn groep 7 naar de carnavalsoptocht in het dorp waar mijn school staat, kijken. Voor de publieksprijs mochten we een stem uitbrengen en die van mij ging natuurlijk naar de prachtige (koele) wagen die de jongens zonder hulp van ouders hadden gebouwd. Achteraf blijkt dat ik dankzij deze stem zelf in de prijzen had kunnen vallen, als ik lang genoeg gebleven was⊠Waarschijnlijk sta ik nu in het dorp voor eens en voor altijd bekend als âde juf die naar de optocht kwam kijken en eigenlijk een prijs gewonnen hadâ.