De tip van Erick is al een hele goede. Maar waar je ook aan kunt denken:
- Deze kinderen hebben een laag IQ, dus het begrip is een stuk minder dan je zou verwachten.Wat duidelijk is voor jou, hoeft voor deze kinderen niet duidelijk te zijn.
Daarnaast hebben autisten - die je ook in de klas hebt - vaak een hele andere denkwijze. Behandel alles wat je doet met het principe van
'Geef me de 5' (komt uit het boek met die naam van Colette de Bruin), ook anderen hebben wat aan deze duidelijkheid. Maak er een gewoonte van dat je die 5 punten elke keer bij je opdracht noemt. Je moet je zorgen dat alle punten duidelijk zijn :
1 Wat (er moet gebeuren)?
2 Wanneer? (ook de eindtijd)
3 Hoe? (wat je van ze verwacht en hoe ze het moeten doen)
4 Waar? (in de klas, buiten, op hun plaats o.i.d.)
5 Wie? (Met wie je het doet. Wie er meedoet of dat je het alleen moet doen.)
Teken bv. een hand op het bord met bij elke vinger het woord
Als een van de punten ontbreekt, kunnen ze helemaal in paniek raken.
- werk waar nodig met pictogrammen, die een volgorde van handelingen duidelijker (kunnen) maken
-behandel de kinderen met respect. Ook als je je niet kunt voorstellen dat ze iets niet begrijpen, blijf geduldig. Ze kunnen echt niet beter
-beoordeel hun gedrag, maar niet de leerling: 'ik vind het vervelend dat je ...... gedaan hebt' en dus niet 'je bent vervelend'
-word nooit boos/voel jezelf nooit aangesproken, wat ze ook zeggen.
-doe voor/bespreek hoe ze wel hadden kunnen reageren in zo'n situatie
-zeg precies wat je bedoelt, geen spreekwoorden of gezegdes gebruiken zonder uitleg.
-jouw gezichtsuitdrukkingen worden vaak niet begrepen
-lees het boek (leen het in de (school)bibliotheek, je zult er heel veel aan hebben. Colette werkte ook met autisten met een laag IQ.
-let goed op je mentor. Hoe pakt hij/zij bepaalde situaties aan? En vraag waarom hij/zij zo reageerde. Misschien heb je er zelf ook wat aan.