door Joke op 10 feb 2011, 21:40
Uit Praxisbulletin:
Gulden regels
Voor het bieden van een goede verrijkingsopdracht gelden enkele gulden regels:
1 Slimme kleuters hebben óók nog behoefte aan handelend leren. Dat wil zeggen, dat het maken van een werkblad in veel gevallen minder geschikt is. Bedenk cognitieve doe-opdrachten, waarbij het kind intrinsiek wordt uitgedaagd zich exploratief op te stellen.
2 Zorg dat de verrijkingsopdracht het kind niet isoleert van de andere leerlingen. Het is handig om te kijken welke leerlingen in groep 1/2 (ongeacht hun kalenderleeftijd) nog meer in aanmerking komen om met de taak aan de slag te gaan.
3 De opdracht moet relatief zelfstandig door het kind aangepakt kunnen worden. Een taak, waarbij u dus voortdurend bij de leerling aan tafel moet zitten, is minder geschikt, als daardoor het onderwijs aan de andere leerlingen in het gedrang komt.
4 De cognitieve ontwikkeling kan in dienst worden gesteld van de sociale ontwikkeling, door taken te kiezen, waarbij samenwerken een goede optie is. De voorwaarde is wél dat het samenwerkingsproces goed wordt begeleid. Zo kan een slimme kleuter met een minder soepele motoriek een praatplaat maken, samen met een ander kind, dat bijvoorbeeld al kan schrijven. Samen kunnen ze plaatjes zoeken en uitknippen. En samen kunnen ze zorgen dat de woorden erbij worden geschreven, om de plaat compleet te maken.
5 De eigen belangstelling van de kleuter speelt weliswaar een belangrijke rol bij de keuze van de taak. Maar dit mag niet betekenen, dat het kind altijd volledig de vrije hand heeft bij het kiezen van zijn (of haar) werk. Een goede leerkracht "deelt zijn (of haar) chauffeursstoel op de leerlijn, maar staat die stoel nooit helemaal af"!
Typ in ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafd en gebruik het wachtwoord om de artikelen echt door te lezen.