Laat de kinderen eerst weer even bewegen als ze de zaal in komen. Doe een klein spelletje, zing een liedje, zet een muziekje op, laat ze even de ruimte verkennen.
Ikzelf deel hierna het materiaal uit (bijvoorbeeld ballen) en laat ook hiermee even experimenteren. Je hebt zelf in je achterhoofd aan welk doel je wilt werken (gooien, mikken, rollen, etc). Zet verschillende onderdelen klaar of geef opdrachten die de kinderen uit kunnen voeren. Laat ze vooral veel doen en weinig wachten, jij observeert en ziet welke kinderen nog ondersteuning nodig hebben (en ook welke kinderen een nieuwe uitdaging nodig hebben!).
Speel nog een spel waarbij het materiaal een rol speelt. Voorbeeld met de ballen: leg 1 bal in het midden, en verdeel de groep in tweeën. Laat de kinderen aan hun eigen kant in de zaal staan (eventueel achter banken) en laat ze proberen met hun bal dé bal in het midden naar de andere kant te stoten. Of: zet 4 banken in een vierkant in het midden van de zaal. Kies 2 of 3 kinderen uit die dit vak 'schoon' moeten houden, de andere kinderen proberen zoveel mogelijk ballen in dit vak te krijgen.
Aan het eind doe ik eigenlijk altijd nog een stiltespel of concentratiespel, om de kinderen weer wat rustiger te krijgen. Speel bijvoorbeeld fopbal of 'ra ra ra wie heeft de bal'.