Heb er hier eentje liggen.
- In tweetallen
- 45 secnodern per deelnemer per spel (dus 90 sec. per onderdeel)
- Houd het doordraaien simpel, met de klok mee
- Houd het scoreformulier simpel, nummer de spellen niet, maar begin gewoon bovenaan met invullen.
resultaat:
- Niet vergelijken wie er gewonnen heeft, gewoon innemen. Niet iedereen voert de onderdelen op ezelfde maniere uit, daardoor kan onenighed ontstaan. Het opdschrijven op zich is voor de l.l al een stimulans.
- bewaar de resultaten, je kunt het na een half jaar nog een keer spelen, zijn ze verbeterd?
1: rennen
nodig 2 banken 4 m uit elkaar
Je rent van bank naar bank,
Elke keer als je een bank aantikt heb je een punt.
2: Springtouwen
Nodig: springtouw
Je spring, elke keer dat je springt is een punt
3: Slalommen
Nodig: 4 palen, basketbal
Je rent, al dribbelend, met de basketbal, al slalommend, om de palen heen.
elke keer als je de vier palen dribbelend gepasseerd hebt, veriden je een punt.
Spel 4: voetballen
Nodig: 3 b anken, voetbal
Je speelt tegen de banken aan, elke keer als je de bal gespeelt hebt en je voet raakt, verdien je een punt
Spel 5: Kast, springplank
Je sprint, eventueel dm.m van de springplank over de kast.
ELke keer als je weer terug bent bij de spirngbank verdien je een punt
Spel 6: Gooien
Nodig; muur, veolleybal, bank
Je gooit, vanachter de bank ong 2m vanaf de muur tgen de muur
Elke keer dat je hem weer vangt veriden je een punt.
Spel 7: Tennissen
NOdig: tennisracket, tennisbal, muur
je speelt de bal tegen de muur, elke keer dat hij de muur raakt verdien je een punt
Spel 8 buikspieren
NOdig: dikke mat, muur volleybal
Je ligt met je rug op de dikke mat. Je raakt met de bal de grond aan en gooit deze tegen de muur. Het liefst zo ver mogelijk omhoog komen dat je je buikspieren voelt. Elke keer dat je de bal vang veridne je ee punt.
Spel 9: Basketbal
Nodig; basketbalnet, matje, basketbal
Elke keer dat je de bal vanaf het matje in de basket gooit verdien je twee punten.
Ik heb het heel snel overgetypt, dus zelf ff de typfoutjes eruit halen