Voorbeeld van de weblog van jufelf:
Kikker heeft het koud.
Doel:
De kinderen leren de begrippen te benoemen uit het thema kleding.
Benodigdheden:
- een knuffel (ik gebruik hiervoor een knuffel van kikker) of een pop
- poppenkleren zoals een:
* trui
* sjaal/ das
* broek
* onderbroek
* hemd
* sokken
* schoenen
* jas
Inleiding:
Vertel de kinderen over dat kikker het zo koud heeft, wat zouden we daaraan kunnen doen?
(Kikker heeft geen kleding aan, dus waarschijnlijk noemt er wel een kind dat hij warme kleren of een jas moet aandoen)
Kern:
De kinderen gaan kikker aankleden, je noemt (of een kind) een kledingstuk bijvoorbeeld trui. Vraag aan de kinderen wat de trui is, laat een kind de trui pakken en die aandoen bij kikker. Ga zo door totdat kikker helemaal aangekleed is. Probeer de kinderen ook te stimuleren kikker handig aan te kleden bijvoorbeeld eerst de sokken en dan pas de schoenen aan laten doen.
Afsluiting:
Heeft kikker het nu wel warm? Waarom denken jullie dat? En laat de kinderen uitleggen waarom kikker het nu wel warm zou hebben. Herhaal nog even met de kinderen wat kikker allemaal aan heeft.
Dit kan natuurlijk ook met een pop, zoals al bij de benodigdheden genoemd wordt.
In de citotoets voor kleuters komen o.a. de woorden sok, trui, bikini en jurk aan de orde. Misschien zou je extra aandacht aan deze woorden kunnen besteden. (Onderscheid sokken (kort) en kousen (allerlei lengtes), onderscheid badpak/zwempak en bikini, onderscheid rok en jurk. Je zou bijvoorbeeld de pop eerst helemaal verkeerd kunnen aankleden voor de winter met een bikini, sokken en alleen een rok of zo.
)