Hij loopt nog net als toen hij als vierjarig mannetje bij me kwam.
Zijn motoriek is hoekig terwijl hij zich bij het lopen afzet op de bal van zijn voet. Met die verende tred loopt hij als vanouds door de gangen van het oude gebouw van onze school.
Linea recta gaat hij naar het lokaal waar hij als kleuter zat.
Ineens zie ik hem weer voor me: wiebelend op zijn stoeltje, zijn donkerbruine ogen glinsteren ondeugend, zijn stemmetje iets te zwaar en donker voor zijn leeftijd.
Als een bulldozertje banjerde hij door de klas, stoelen en kinderen in zijn tocht omduwend terwijl hij recht op zijn doel af ging. Want wat hij in zijn hoofd had, gebeurde.
Gefascineerd door alles wat geluid maakte en door vuurwerk in het bijzonder. Na een onweersbui kon hij weken vertellen over de bliksemflitsen die hij had gezien en legde hij de link naar elektriciteit. Stopcontacten dekte ik af met van die ellendige draaischijfjes. Ik nam cassettebandjes vol muziek voor hem op omdat hij daar zo goed op reageerde.
Hij vrat energie. Niet alleen die van zijn klasgenoten maar ook de energie van mij. En we vonden hem tegelijkertijd om op te vreten.
Zijn hartstochtelijke enthousiasme was aandoenlijk, ontembaar en bij tijd en wijlen hoogst irritant en storend. Maar ik had hem vanaf dag één in mijn hart gesloten. Vier huisbezoeken legde ik dat jaar af en heel wat gesprekken met de ouders volgden. De wil was er bij alle partijen, de inzet was zo mogelijk nog groter maar toen bleek in groep drie dat dit kind bij ons op school niet langer op zijn plek was. Dat hij gebaat was bij meer overzicht, een kleinere groep, meer begeleiding en nog meer structuur. Zaken die wij hem niet konden bieden.
Tranen vloeiden rijkelijk bij het afscheid van het joch, de ouders en ons.
Maar soms moet je los laten.
En vier jaar later is hij er weer.
Op de reünie die we vanwege de nieuwbouw van de school hebben georganiseerd.
Als hij ontdekt dat de kinderen op de oude muren hebben mogen tekenen vraagt hij mij met zijn kenmerkende stem: “Juf Rian heb je een zwarte stift?†Ik ga op zoek en vind zowaar nog een Eddingstift..
Als ik een uur later even naar mijn oude klas loop op zoek naar mijn tas zie ik op de muur staan:
“Melvin was hierâ€
En in gedachten schrijf ik er onder:
“Voor altijd.â€