Momenteel werk ik op het voortgezet onderwijs en ik geef les in 'zorgklassen'.
Ik geef les aan de eerste-en tweedejaars op mavo-niveau en een mavo/havo klas.
MaandagHet eerste uur ben ik altijd vrij, maar vaak ben ik iets eerder op school. Ik vind het prettig om eerst even 'op gang te komen' met een bekertje koffie.
Het tweede uur start met een 2 mavo klas. Dit is een klas dat het liefst bezig is. Dit uur staat er een les Poëzie en Fictie op het programma. Het is eigenlijk meer een 'praatles' en dit wil ik toch eens met deze groep gaan proberen. Ik lees een gedicht voor (songtekst van Niemand door JURK!). De klas lacht er eerst een beetje om. Als ik de klas vragen stel zoals 'Hoe denk jij dat de hoofdpersoon zich voelt?'; gaan er veel vingers de lucht in (eenzaam, genegeerd, buitengesloten etc). De klas vindt het blijkbaar interessant en doet goed mee. Er staat een zin waarin staat, dat de hoofdpersoon iets uit zijn jas haalt. Een van de leerlingen zegt: "Een wapen, want hij voelt zich zo alleen dat hij iedereen gaat neerschieten.." Vanaf dit moment heeft de klas alleen nog maar gesproken over de schietincidenten die zijn gebeurd in de VS en de mensen die zelfmoord plegen als ze zo erg gepest zijn. De klas komt tot de conclusie dat je elkaar als klas moet helpen. Als jij ziet dat iemand zich niet fijn voelt, vraag dan aan hem/haar of het wel goed gaat. Veel leerlingen durvden te zeggen dat zij op de basisschool waren gepest en een van de leerlingen begon te huilen. Haar klasgenoot sloeg een arm om haar heen en zei: 'ik help je..'
Wauw, wat een mooie les en wat een fijne groep!
De overige klassen krijgen ook Poëzie en Fictie en ik geniet van het feit dat elke klas anders is. Een andere klas las een gedicht over Doornroosje (Toon van Tellegen) en hier ontstond de discussie of dit nu fictie of non-fictie was. Een van de leerlingen:"Dit kan best non-fictie zijn. Het spinnewiel en honderd jaar slapen klopt natuurlijk niet, maar misschien wisten zij toen niet wat 'een coma' was en lag een prinses in een coma!" Persoonlijk vond ik dit niet gek bedacht en zo zie je maar weer, wat voor creatieve denkers er tussen zitten (8)
Na de lessen een paar besprekingen en de dag zit er weer op.
Dinsdag
Op dinsdag begin ik de dag met een eerstejaars mavo klas. Een leuk, maar druk klasje.
Dit uur ben ik verder gegaan met Spelling. Gebruik van hoofdletters en leestekens. Dit wordt als 'een makkie' beschouwd. Alleen uit toetsen blijkt iedere keer weer, hoe lastig dit is.
Ik heb er een spelletje van gemaakt. Een leerling verzint zelf een 'gekke zin' en de rest moet hier hoofdletters en leestekens in plaatsen. Er kwamen veel zinnen: 'Mijn buurman Piet laat hondje Fikkie uit en die poept de hele buurt onder.', Mevrouw XXX geeft heel leuk les', 'Meneer XXX heeft ouderwetse kleding en haalt dit bij de Makro.'
De zinnen kwamen op het bord te staan en een andere leerling mocht de hoofdletters en leestekens plaatsen. De leerlingen vonden het hilarisch, dus ik ben benieuwd of gaat blijven hangen tijdens de toets.
Vandaag is het ook 'vergadermiddag'. Eerst een mentorenoverleg en daarna een teamvergadering. Het onderwerp dat hier centraal staat is: "Hoe kunnen wij het onderbouwrendement verbeteren?' Erg interessant! Collega's gingen uiteen om in groepjes te brainstormen. Op onze school hebben we 'dakpanklassen'. Leerlingen kunnen instromen in mavo/havo en havo/atheneum. Na twee jaar wordt gekeken in welk niveau een leerling het beste op zijn plek is. Volgens de onderwijsinspectie hebben we veel afstroom. Leerlingen gaan bijvoorbeeld na twee jaar mavo/havo, door naar klas 3 mavo. Voor de inspectie is dit afstroom en dit levert onze school minpunten op. Wat kunnen wij doen en hoe kunnen wij dit verbeteren...?
Er kwamen veel ideeën: afschaffen van dakpanklassen of breng dit terug naar één jaar, verbeter het overleg van PO naar VO (wat verwachten wij van een mavo-leerling en van een havo-leerling), verscherp de determinatie (een leerling mag volgens het systeem met zes keer een 5,6 naar de havo toe. Is dit reëel? Leerlingen krijgen het dan erg zwaar).
Volgens collega's is vaak al duidelijk in het eerste jaar of een leerling op mavo of havo thuis hoort. Dit zien zij aan resultaten en aan werkhouding. Tussen het gedrag van een mavo-leerling en een havo-leerling zit namelijk een groot verschil in.
Misschien een leuke vraag aan jullie: waar baseren jullie de doorverwijzing naar het VO op? Wat zou er volgens jullie hierin kunnen verbeteren?
Donderdag
Vandaag staat er voor de tweedejaars 'Leesdoc' op het programma. Zij krijgen een fictiedossier. Hierin staan boekenlijsten en fictieopdrachten. Zij lezen per kwartiel (ongeveer acht weken) minimaal één boek en maken vervolgens een opdracht bij dit boek. Dit zijn bewust korte opdrachten en zij hoeven dus geen boekverslagen te schrijven. Dit stimuleert het leesplezier niet en het internet is daarbij ook een zeer gemakkelijke bron... ;-)
Thuis lezen hoort hier natuurlijk ook bij, maar één lesuur per week krijgen zij op school de tijd om ook te lezen. Dit mag met muziek op. Leerlingen vinden dit heerlijk om te doen. Voor leerlingen die dyslectisch zijn, is er de mogelijkheid om naar een luisterboek te luisteren. In de praktijk komt dit echter zeer weinig voor. Het is een moment om te ontspannen en vaak krijg ik te horen: 'Is het uur nu al voorbij?!' Een positief iets dus!
De eerstejaars hebben vandaag Poëzie/fictie. Zij starten na de herfstvakantie met Leesdoc. Eerst behandelen we bijvoorbeeld 'genres' en ik lees fragmenten voor uit een boek. De eerstejaars vinden dit nog erg leuk en we praten ook over het fragment; hoe zou het aflopen? lijkt jou dit spannend? als je moet kiezen tussen twee fragmenten, welk boek zou je dan lezen en waarom?
Vaak zijn leerlingen zo enthousiast, dat zij de titel en schrijver opschrijven om dit boek uit te kiezen voor Leesdoc. Missie geslaagd, lijkt mij. ;-)
Vrijdag
Twee mavo en twee mavo/havo heeft vandaag een toets Lezen. Elke dag vraag ik de belangrijkste onderdelen terug en oefen ik nog met de leerlingen die dit willen. In twee mavo zitten leerlingen met een lwoo-indicatie. Zij hebben dus achterstand met begrijpend lezen en zijn erg onzeker over dit onderdeel. Wat ik persoonlijk een dilemma vind, is de normering van de toets.
Mijn collega's geven vooral les aan mavo/havo en en havo/atheneum. Ik ben dus enige die lesgeeft aan mavo-leerlingen met lwoo-indicatie. Collega's willen de normering hoog houden, omdat het een kernvak is. Dit is ook zo en ik wil ook leerlingen scherp houden, maar ik vind wel dat er rekening moet worden gehouden met lwoo-leerlingen. Voor begrijpend lezen zou ik de normering iets lager aan willen houden. Het zal hun cijfer met een paar tienden omhoog halen en leerlingen die er niets voor gedaan hebben, hebben nog steeds een onvoldoende. Collega's zijn het hier niet mee eens (niet al mijn collega's Nederlands hoor) en vinden dat de norm van mavo/havo aangehouden moet worden. Een rekenvoorbeeld:
De norm voor mavo/havo is 60%/70%. Dus voor mavo is 60% een 6 en voor havo is 70% een 6. Normaliter hou ik voor mavo ook die 60% aan. Alleen wil ik een uitzondering maken voor het onderdeel Begrijpend lezen, vanwege hun achterstand. In de klassen van mavo/havo zitten namelijk geen leerlingen met lwoo-indicatie.
Misschien hoort dit thuis in een ander topic, maar vandaag zit ik hier lang over na te denken. De leerlingen zijn toch hun toets aan het maken en wat moet je anders doen
.
De week sluit ik af door in mijn lokaal na te denken over afgelopen week en kom tot de conclusie dat leerlingen met een blij gezicht het lokaal zijn uitgelopen en dat ik hier ook heel blij van wordt. Nog even met mijn collega's een drankje doen in de teamkamer en over andere dingen kletsen. Ik werk toch maar met leuke, lieve en erg grappige collega's!